Thursday 12 January 2012

ICT LES

ICT
Inhoudsopgave:
1.   Omschrijving van de lesstof
2.   Lesvoorbereiding
3.   Beschrijving van de organisatie van de computerles
4.   Instructie voor de leerlingen





De lesstof:

De landenopdracht is bestemd voor leerlingen in de onderbouw van het VMBO tot aan het VWO. De lesstof die aan bod komt gaat over verschillende landschapsvormen, vreemde culturen, de economie van een land en de bevolking.  De leerlingen hebben het over verschillende begrippen zoals het BNP, bevolkingsdichtheid, normen en waarden, immigratie,emigratie,geboorte en sterfte cijfer, primaire sector, secundaire sector, tertiaire sector, ruilverkaveling enz.
Deze handleiding is geschreven voor 2 Havo leerlingen.

De beginsituatie van de leerlingen is vrij neutraal. Zij weten allemaal evenveel over het onderwerp. Het is de bedoeling dat de landenopdracht in blok 3 van het schooljaar wordt uitgevoerd.
Er wordt verwacht dat leerlingen in 2 Havo in staat zijn zelf een werkstuk te maken. Het is de bedoeling dat ze hier verder op ingaan en het werkstuk tot een nog beter resultaat maken met behulp van computervaardigheden die ze tijdens deze opdracht gaan leren.

Leerdoelen:

·        De leerlingen leren informatie toe te passen in een verslag in Word
·        Leerlingen leren hoe ze met handige trucs een mooi werkstuk kunnen maken
·        Leerlingen leren samenwerken
·        Leerlingen weten bronnen te selecteren en deze objectief en subjectief te benaderen.
·        Leerlingen leren hoe ze een tabel & grafiek kunnen maken in Word.



Lesvoorbereiding:

De Instructieles:
Aan het begin van de les even een kort praatje, vervolgens introduceren van de landenopdracht en uitdelen van de instructie voor de leerlingen. De leerlingen vooral motiveren door middel van een leuke powerpoint presentatie of voorbeelden van verschillende werkstukken. Als het een rustige klas is kun je ze zelf tweetallen laten maken anders je eigen indeling aan de klas vertellen. Laat ze zelf een land kiezen. Het is niet de bedoeling dat 2 groepjes hetzelfde land kiezen.
Als er nog tijd over is dan kunnen de leerlingen alvast een plan van aanpak maken en eventuele vragen stellen. Geef alvast aan de leerlingen door wanneer het verslag af moet zijn. De leerlingen hebben 4 lesuren de tijd om de opdracht op school uit te voeren, als ze meer tijd nodig hebben dan is het de bedoeling dat ze het thuis verder afronden.

De computerles:
Zorg ervoor dat je ver van te voren een computerlokaal heb gereserveerd zodat je de volgende les met je leerlingen aan de landenopdracht kunt werken. Geef nog een kleine instructie en laat ze vervolgens zelf aan de slag gaan.










Organisatie van de les:
De instructie vind plaats in het klaslokaal waar de les normaal gesproken wordt gegeven. De volgende 2 lessen vinden plaats in het computerlokaal zodat de leerlingen er aan kunnen werken. Zorg ervoor dat het lokaal op tijd is gereserveerd. De andere 2 lessen vinden plaats in het klaslokaal , de leerlingen hebben de mogelijkheid om eventueel gebruik te maken van de atlas.






                                                                                             











Instructie:
Inleiding:
Per tweetal kiezen jullie een land, vervolgens gaan jullie allemaal informatie over het land opzoeken en dit verwerk je in een verslag. Zorg ervoor dat je minimaal een tabel en een grafiek in je verslag heb staan. Voor het maken van de tabel en grafiek gebruik je de instructie op het instructie blad. Het verslag wordt gemaakt met het computerprogramma word. Maak er een mooi verslag van en veel succes!
Wat moet er in het verslag?
-         De geschiedenis van het land
-         Het landschap
-         De cultuur van het land
-         Informatie over de bevolking denk aan geboortecijfer,sterftecijfer, bevolkingsdichtheid.
-         Klimaat en zeestromen
-         Bronnenlijst
-         Afbeeldingen
Let op!
Je heb 4 lessen de tijd om er in de les aan te werken, de 5e les moet je het verslag inleveren. Gebruik niet alleen internetbronnen, maar ook de atlas of boeken.







Hoe maak je een mooi verslag met Word:

Stap 1. Maak een mooi voorblad. Klik op invoegen, voorblad of kies voor WordArt. Zorg voor een mooie titel en illustratie.
Stap 2. Vervolgens maak je een inhoudsopgave, dit doe je door in het werkbalk op de knop <verwijzingen> te klikken. Kies hier inhoudsopgave en vervolgens inhoudsopgave invoegen.
Zorg ook voor paginanummers dit doe je door op de knop <Invoegen> te klikken en vervolgens paginanummer te kiezen. Als je het voorblad zelf heb ontworpen is het netter om geen paginanummer er op te zetten.
 
Stap 3. Je gaat nu de tekst in het verslag verwerken. Zorg voor een mooi en duidelijk lettertype, bijvoorbeeld “Arial 14”
Stap 4. Je kunt kiezen voor een diagram in Word, kies dan het tabblad <invoegen>, vervolgens kies je diagram. Je krijgt een keuze scherm te zien kies voor het meest logische diagram, vaak is dat een staafdiagram,lijndiagram of cirkeldiagram.
Stap 5. Maak een tabel in word, kies dan weer het tabblad <invoegen> vervolgens tabel en dan tabel invoegen. Je kunt deze tabel ook weer opmaken met verschillende kleuren. Selecteer de gehele tabel en klik op de rechtermuisknop. Bepaal zelf hoe je de tabel verder opmaakt.
Stap 6. Zorg voor plaatjes in je verslag. De plaatjes kun je bewerken door de afbeelding te selecteren, kies vervolgens in de werkbalk <opmaak> en kies voor bijvoorbeeld “tekstterugloop”
Stap 7. Vergeet geen bronnenlijst aan het eind van je verslag te maken.
Stap 8. Maak er een mooi verslag van!






Hoe maak je een diagram/grafiek in Word
Cirkeldiagrammen
Om een cirkeldiagram te maken gaan we uit van het voorbeeld dat je het aantal fietsen dat een winkel in de maanden januari t/m mei verkoopt wilt weergeven

Word maakt geen onderscheid tussen diagrammen en grafieken maar noemt alles grafiek.
We kiezen dus Invoegen, Figuur en dan Grafiek
Er verschijnt op ons blad een soort staafdiagram en een tabel met de naam gegevensblad
Dit lijkt nog niet op wat je wilt hebben.
Als je even verder kijkt zie je dat op de menubalk tussen extra en venster geen tabel meer staat maar Data en Grafiek.

Kies nu Grafiek en dan Grafiektype.
Je krijgt dan een keuzescherm waarin je eerst het Grafiektype kiest (in ons geval een cirkeldiagram) aan de linkerkant.
Aan de rechterkant kun je dan aangeven wat voor soort cirkeldiagram je wilt, het Subtype.
Als je op OK drukt krijg je een cirkeldiagram en het volgende Gegevensblad te zien
Voor de cirkel wordt alleen 1 gebruikt, je kunt 2 en 3 met aanduidingen west en noord weghalen. De aanduiding oost kan ook weg. In de kolommen vul je eigen gegevens in in plaats van 1e kwrt enz. Hier zijn 4 kwartalen, wij willen 5 maanden dus er komt bij ons een kolom bij
Dit levert ons dit cirkeldiagram op
Een handige bijkomstigheid voor ons is dat het programma voor ons uitrekent hoe groot iedere segment van de cirkel moet worden.

Op zich is dit een prima diagram, je kunt hem zo laten.
Als je er dingen aan wilt veranderen (andere kleurtjes, achtergrondje, plaats legenda etc) dan is dat goed mogelijk al moet je soms even zoeken hoe je dat moet doen. Als je daarin geïnteresseerd bent vindt je aan het einde van deze lesbrief een stukje over het opmaken van diagrammen.
Lijndiagrammen
Je kunt dezelfde gegevens ook afbeelden in een lijndiagram. Dat doen we op dezelfde manier. Kies Invoegen, Figuur en Grafiek en vervolgens Grafiek en dan Grafiektype.

Bij Grafiektype kies je nu voor lijn en als subtype neem je een lijndiagram waarbij de gegevens als punten worden weergegeven.
Je krijgt dan een lijndiagram met 3 lijnen en een gegevensblad:
Je hebt maar 1 lijn nodig dus je verwijderd 2 (west) en 3 (noord). Ook de aanduiding oost haal je weg en je vervangt 1e kwart enz. door de maanden en de juiste gegevens.
Dat geeft je dit lijndiagram
Je kunt hierbij ook de achtergrond en de kleur veranderen en bijvoorbeeld roosterlijnen toevoegen.
Als je daarmee aan het werk wilt kijk dan aan het eind van deze lesbrief onder het kopje opmaak.
Staafdiagrammen
Je kunt dezelfde gegevens in een staafdiagram weergeven. Kies weer voor Invoegen, Figuur en Grafiek en vervolgens Grafiek en dan Grafiektype.
Het Grafiektype dat je nodig hebt heeft hier kolom en niet staaf zoals je misschien zou verwachten. Zoals je ziet worden met staaf de liggende staafdiagrammen aangeduid. Het eerste subtype is wat we zoeken.

Vaak staat dit type als "default" ingesteld en krijg je dit type diagram als je op grafiek drukt

Nu nog even de gegevensbalk invullen: verwijder 2 en 3, verander "oost" in "aantal fietsen" en vul in de kolommen de juiste waarden in
En je hebt dit staafdiagram:
Ook hierbij kun je het uiterlijk aanpassen, zie voor tips het laatste deel van deze lesbrief.
Stapeldiagrammen
Stapeldiagrammen gebruik je als je zowel het totaal als een onderverdeling wilt weergeven.
Eerst maar een voorbeeld.

Een paar jaar lang wordt bijgehouden hoeveel repen er in een schoolkantine worden verkocht. Er worden 4 soorten verkocht: Mars, Bros, Snikkers en Bounty
Deze gegevens gaan we in een gestapeld-vlak-diagram zetten. Kies weer voor Invoegen, Figuur en Grafiek en vervolgens Grafiek en dan Grafiektype
Als Grafiektype kies je vlak en dan het 2e subtype "gestapeld vlak"

In het gegevensblad vul je de waarden in:
En je krijgt dit diagram:
Je kunt dezelfde gegevens ook in gestapelde kolommen zetten, je krijgt dan een stapeldiagram
(kies grafiektype kolom, subtype gestapelde kolom )
Je kunt nu de meest voorkomende soorten diagrammen maken. Ook heb je vast wel een idee hoe je andere soorten moet maken die je tegengekomen bent bij grafiektype.
Wel hebben we tot nu toe de standaard opmaak van Word gevolgd. Daar is niets mis bij, over het algemeen is die heel duidelijk, ook bij bv zwart-wit afdrukken.
Je kunt hier stoppen maar als je het leuk vindt kun je verder met het laatste stukje over het veranderen van de opmaak.

No comments:

Post a Comment